De term "rockabilly" is een samentrekking van de muziekstijlen rock and roll en hillbilly, en werd voor het eerst in de media gebruikt in een Billboard-bespreking van de Ruckus Tyler-plaat "Rock Town Rock" in 1956. Verder gaat nog het verhaal, dat eerder dan 1956 is gedateerd, dat de broers Dorsey en Johnny Burnette allebei een zoon kregen, genaamd Billy en Rocky. Door deze twee namen te combineren kwam er Rockybilly uit. Omdat deze benaming niet lekker in de mond lag, is de term aangepast naar Rockabilly.
Rockabilly is de voorloper of zelfs wegbereider van de rock-'n-roll, en is ontstaan in de vroege jaren '50, misschien wel eind jaren '40. De bekendste rockabillyperformer is zonder enige twijfel Elvis Presley, die met zijn allereerste opnames bij Sun Records in 1955 de stijl eigenhandig transformeerde tot een muziekstroming die aansloeg bij een breed en jeugdig publiek. De term rockabilly was goed gekozen, want het betreft hier een stijl die inderdaad de rock-'n-roll combineert met hillbilly (of countrymuziek): zwarte rythmiek met blanke melodieën dus. In de jaren '50 werd de term echter niet intens gebruikt; het viel toen allemaal onder de noemer rock-'n-roll. Ondertussen wordt het onderscheid wél gemaakt, en doelt rock-'n-roll op de meer commerciële, en meer als rhythm and blues klinkende muziek, waar rockabilly duidelijk een grotere country & western (en dus blanke) invloed heeft, en zich meer in de obscuriteit verstopt. Belangrijkste kenmerken van de rockabilly zijn het fingerpickinggitaarspel en de "dubbele slap" op de contrabas. De songstructuur baseert zich voornamelijk op het standaard 12 maten-bluesschema. Oorspronkelijk bevatte deze muziek geen drums, en gaf de contrabas het ritme aan. Maar tegen 1956 waren drums al algemeen aanvaard.
Bekendste rockabilly-artiesten in de jaren 1950 zijn de genoemde Elvis Presley (“That’s All Right Mama”), Carl Perkins (“Blue Suede Shoes”), Billy Lee Riley (“Flyin’ Saucers Rock’n’Roll”), Johnny Cash (“Get Rhythm”) en Roy Orbison (“Ooby Dooby”). Bekendste vrouwelijke rockabilly-artiest was Wanda Jackson. De meeste rockabilly-artiesten waren blanken die probeerden zwarte muziek te integreren in hun liedjes, en sommigen groeiden later uit tot welbekende country- en popsterren. Eind jaren '50 verloor rockabilly snel aan populariteit omdat ze door de commerciëlere rock-'n-roll overvleugeld werd en in de jaren '60, met de opkomst van de beat- en popmuziek, werd rockabilly als 'hopeloos ouderwets' gezien door het platenkopende publiek.
In de jaren '70, met name na (of mogelijk als gevolg van) het overlijden van Elvis Presley, kreeg men opnieuw belangstelling voor muziek van twee decennia eerder. Er vond een heuse rock-'n-roll- ofwel rockabilly-revival plaats, met als bekendste artiesten The Stray Cats (waarin gitarist Brian Setzer speelde), Crazy Cavan & The Rhythm Rockers, Robert Gordon en Shakin’ Stevens. Deze opleving is te verklaren uit het verlangen naar ongecompliceerde en spontane muziek, dat ook bij de gelijktijdige opkomst van de punk een rol speelde. Vergeet niet dat de '70s aanvankelijk een tijdperk leken van commerciële hitparade-deuntjes en overgeproduceerde symfonische rock - zaken waar een nieuwe generatie jongeren zich absoluut niet mee wenste te identificeren. Men greep liever terug op een eenvoudig concept van drums-bas-gitaar en een flinke dosis fun.
Nu nog is de rockabilly-scene een levendige levensstijl. Echter wel in de undergroundsfeer. Wekelijks zijn er hier en daar meetings. Ook volgde uit de rockabilly een nieuwe stroming, psychobilly genaamd, die rockabilly met punk combineert.