SOORTEN COUNTRY MUZIEK
Hoewel in de Appalachen al langer een vorm van deze muzieksoort werd gespeeld, begint de geschiedenis ervan officieel pas op 1 augustus 1927. Op die dag tekenden twee groepen, Jimmy Rodgers en de Carter Family, hun eerste contract. Sindsdien staat Rodgers bekend als de vader van de countrymuziek; de Carters namen ruim 250 liedjes op gedurende hun loopbaan tot 1943.
Aangezien beide groepen in Tennessee hun contract tekenden, ligt in die staat ook de bakermat van de country muziek. Dit is echter niet Nashville; deze stad werd pas de hoofdstad van de countrymuziek in de jaren '40, toen een zanger genaamd Roy Acuff ervoor zorgde dat de grote artiesten van die stroming naar Nashville kwamen.
Hij maakte de Grand Ole Opry, tegenwoordig een beroemd gebouw onlosmakelijk verbonden met de country muziek, tot meer dan een concertzaal voor het midwestenen zuiden van de VS. Hij trad met zijn band de Tennessee Crackerjacks (later de Smoky Mountain Boys) vaak in de Opry op en maakte het gebouw door zijn populariteit de hotspot van de country muziek.
Countrymuziek werd country- en westernmuziek gedurende de jaren '30 en '40, toen sterren als Roy Rogers en Gene Autry in de eerste westernfilms optraden en in die films ook vaak hun zangtalent tentoonspreidden. Autry is misschien wel het meest bekend als zanger van enkele beroemde kerstliedjes zoals "Here Comes Santa Claus" (1947) en "Rudolph the Red Nosed Reindeer" (1948). In hun tijd waren Rogers en Autry echter vooral bekend door hun country muziek.
BLUEGRASS
Een andere belangrijke stijl die in de jaren '40 populair werd was de Bluegrass. Bluegrass is vernoemd naar de bijnaam van staat waar de muziekstijl geboren is: Kentucky. De grondlegger van Bluegrass country is Bill Monroe, die in de jaren '40 en '50 de mandoline en de banjo naar de voorgrond van de country muziek bracht.
De band die Bluegrass echt populair maakte was de Foggy Mountain Boys. De band werd gesticht door Monroe maar ging al gauw zijn eigen weg. In 1955 werden ze toegelaten tot de Grand Ole Opry, terwijl ze twee jaar eerder al hun eigen televisieshow hadden gehad en daar hun kunsten hadden tentoongespreid. De faam van de Foggy Mountain Boys duurde tot eind jaren '60.
HONKY TONK COUNTRY
Drie groten van weer een andere muziekstijl zijn Lefty Frizzell, Ernest Tubb en Hank Williams, maar het is Williams wiens roem het verst reikt. Hij werd geboren in 1927, speelde en zong al vroeg country muziek, maar werd pas echt beroemd door de Honky Tonk country muziek.
Honky Tonk staat gelijk aan dansen en drinken, rokerige bars en verloren liefdes. Williams leefde zijn liederen en scoorde vanaf 1949 de ene hit na de andere. Zijn laatste hit, "I'll Never Get Out of This World Alive", werd eind 1952 uitgebracht, ironisch genoeg slechts kort voor zijn dood op Nieuwjaarsdag 1953.
NASHVILLE SOUND
In de jaren '50 verscheen ook voor het eerst de Nashville Sound ten tonele, een vorm van countrymuziek waar ook wat popmuziek in verwerkt zat. Twee van de grootsten van deze stijl, Patsy Cline en Jim Reeves, kwamen om in vliegtuigcrashes in 1963 en 1964, maar niet voordat hun muziek het grote publiek bereikt had en immens populair was geworden.
OULAWS
Die stijl van de country muziek, de Nashville Sound, werd pas eind jaren '60 ingehaald door traditionalisten, outlaws, en Southern Rock. Charley Pride en Conway Twitty staan bekend als traditionalisten, terwijl de Southern Rock populair werd door The Marshall Tucker Band, David Allan Coe en The Charlie Daniels Band. Het waren echter de outlaws die de muziek van die tijd echt domineerden.
De bekendste outlaws zijn wel Willie Nelson, Johnny Cash, Waylon Jennings en Merle Haggard. Nelson staat bekend als de eerste die outlawmuziek speelde, maar werd pas echt beroemd met hits als "Blue Eyes Cryin' in the Rain" uit 1975 en "Good Hearted Woman", een duet met Merle Haggard uit 1976.
Johnny Cash werd geboren in 1932 en vierde zijn hoogtij tijdens de jaren '70. Hij was echter al bekend sinds 1954 met hits als "I Walk the Line" en "There You Go". Tijdens de jaren '60 toerde hij teveel en gebruikte overdadig drugs om zijn energiepeil omhoog te krijgen. Hij kwam er echter weer bovenop en zong tot de dag dat hij stierf country muziek.
URBAN COUWBOYS
Begin jaren '80 kreeg country muziek weer een nieuwe draai met de Urban Cowboys, waar de country muziek weer popkenmerken kreeg. Dit bracht echter geen grote helden voort - dat werden eerder degenen die wegbleven van dit soort muziek, zoals Alabama, Dolly Parton en Reba McEntire.
Alabama is een echte band zonder leadzanger, maar met een verbazingwekkend aantal nummer 1 hits. Ze bestaan sinds 1976 en hebben vele enorme hits met liederen als "Song of the South", "If You're Gonna Play In Texas", "Mountain Music", en "Dixieland Delight".
Het bijzondere aan hun liederen is dat ze fantastische songs konden en kunnen schrijven waarbij liefde nu eens niet de hoofdrol speelt; een unieke gewaarwording in de door liefdesliedjes gedomineerde pop en country van vandaag. Hun beste liederen zijn inmiddels samengebracht op een verzamel-cd, "For The Record", die eigenlijk in de collectie van elke liefhebber thuishoort.
Tegenwoordig zijn er twee soorten country die allebei grote populariteit bezitten: de moderne vorm, weer met kenmerken van popmuziek maar dan op een manier die wel hits oplevert, en de traditionele soort. Deze beide stijlen hebben country muziek populairder dan ooit gemaakt: zo'n 40% van de Amerikanen luistert er regelmatig naar, en de verkopen van country cd's zijn sinds 1989 ruim verdubbeld naar 1.789 miljard dollar per jaar.
MODERNE COUNTRY
De voormannen en -vrouwen van de moderne countrymuziek zijn vooral Garth Brooks, Faith Hill, Shania Twain, George Strait en Tim McGraw. Garth Brooks is in Amerika de meeste populaire zanger: hij heeft sinds 1989 ruim 100 miljoen albums verkocht, een absoluut record.
NIEUWE COUNTRY
Tot de nieuwe traditionalisten behoren onder andere Alan Jackson, Brad Paisley en Lee Ann Womack, die allen in de laatste jaren grote hits hebben afgeleverd. Alan Jackson doet al sinds 1990 mee en heeft grote hits gehad met geweldige songs als "Midnight In Montgomery", "Don’t Rock The Jukebox", "Chattahoochee" en "Right On The Money".
Lee Ann Womack's en Brad Paisley's grote hits zijn vooral "A Little Past Little Rock" en "I Hope You Dance", Paisley met "Me Neither".
Er zijn veel Amerikanen die de moderne country maar niets vinden en zich terugtrekken in de oude hits, maar tegelijkertijd is country muziek populairder dan ooit in de VS. Country is mainstream geworden, een normaal onderdeel van het leven van veel Amerikanen.
Zonder country muziek is Amerika niet echt Amerika meer.
Om de moderne country op de voet volgen is deze link naar cmt zeker een aanrader.
Aangezien beide groepen in Tennessee hun contract tekenden, ligt in die staat ook de bakermat van de country muziek. Dit is echter niet Nashville; deze stad werd pas de hoofdstad van de countrymuziek in de jaren '40, toen een zanger genaamd Roy Acuff ervoor zorgde dat de grote artiesten van die stroming naar Nashville kwamen.
Hij maakte de Grand Ole Opry, tegenwoordig een beroemd gebouw onlosmakelijk verbonden met de country muziek, tot meer dan een concertzaal voor het midwestenen zuiden van de VS. Hij trad met zijn band de Tennessee Crackerjacks (later de Smoky Mountain Boys) vaak in de Opry op en maakte het gebouw door zijn populariteit de hotspot van de country muziek.
Countrymuziek werd country- en westernmuziek gedurende de jaren '30 en '40, toen sterren als Roy Rogers en Gene Autry in de eerste westernfilms optraden en in die films ook vaak hun zangtalent tentoonspreidden. Autry is misschien wel het meest bekend als zanger van enkele beroemde kerstliedjes zoals "Here Comes Santa Claus" (1947) en "Rudolph the Red Nosed Reindeer" (1948). In hun tijd waren Rogers en Autry echter vooral bekend door hun country muziek.
BLUEGRASS
Een andere belangrijke stijl die in de jaren '40 populair werd was de Bluegrass. Bluegrass is vernoemd naar de bijnaam van staat waar de muziekstijl geboren is: Kentucky. De grondlegger van Bluegrass country is Bill Monroe, die in de jaren '40 en '50 de mandoline en de banjo naar de voorgrond van de country muziek bracht.
De band die Bluegrass echt populair maakte was de Foggy Mountain Boys. De band werd gesticht door Monroe maar ging al gauw zijn eigen weg. In 1955 werden ze toegelaten tot de Grand Ole Opry, terwijl ze twee jaar eerder al hun eigen televisieshow hadden gehad en daar hun kunsten hadden tentoongespreid. De faam van de Foggy Mountain Boys duurde tot eind jaren '60.
HONKY TONK COUNTRY
Drie groten van weer een andere muziekstijl zijn Lefty Frizzell, Ernest Tubb en Hank Williams, maar het is Williams wiens roem het verst reikt. Hij werd geboren in 1927, speelde en zong al vroeg country muziek, maar werd pas echt beroemd door de Honky Tonk country muziek.
Honky Tonk staat gelijk aan dansen en drinken, rokerige bars en verloren liefdes. Williams leefde zijn liederen en scoorde vanaf 1949 de ene hit na de andere. Zijn laatste hit, "I'll Never Get Out of This World Alive", werd eind 1952 uitgebracht, ironisch genoeg slechts kort voor zijn dood op Nieuwjaarsdag 1953.
NASHVILLE SOUND
In de jaren '50 verscheen ook voor het eerst de Nashville Sound ten tonele, een vorm van countrymuziek waar ook wat popmuziek in verwerkt zat. Twee van de grootsten van deze stijl, Patsy Cline en Jim Reeves, kwamen om in vliegtuigcrashes in 1963 en 1964, maar niet voordat hun muziek het grote publiek bereikt had en immens populair was geworden.
OULAWS
Die stijl van de country muziek, de Nashville Sound, werd pas eind jaren '60 ingehaald door traditionalisten, outlaws, en Southern Rock. Charley Pride en Conway Twitty staan bekend als traditionalisten, terwijl de Southern Rock populair werd door The Marshall Tucker Band, David Allan Coe en The Charlie Daniels Band. Het waren echter de outlaws die de muziek van die tijd echt domineerden.
De bekendste outlaws zijn wel Willie Nelson, Johnny Cash, Waylon Jennings en Merle Haggard. Nelson staat bekend als de eerste die outlawmuziek speelde, maar werd pas echt beroemd met hits als "Blue Eyes Cryin' in the Rain" uit 1975 en "Good Hearted Woman", een duet met Merle Haggard uit 1976.
Johnny Cash werd geboren in 1932 en vierde zijn hoogtij tijdens de jaren '70. Hij was echter al bekend sinds 1954 met hits als "I Walk the Line" en "There You Go". Tijdens de jaren '60 toerde hij teveel en gebruikte overdadig drugs om zijn energiepeil omhoog te krijgen. Hij kwam er echter weer bovenop en zong tot de dag dat hij stierf country muziek.
URBAN COUWBOYS
Begin jaren '80 kreeg country muziek weer een nieuwe draai met de Urban Cowboys, waar de country muziek weer popkenmerken kreeg. Dit bracht echter geen grote helden voort - dat werden eerder degenen die wegbleven van dit soort muziek, zoals Alabama, Dolly Parton en Reba McEntire.
Alabama is een echte band zonder leadzanger, maar met een verbazingwekkend aantal nummer 1 hits. Ze bestaan sinds 1976 en hebben vele enorme hits met liederen als "Song of the South", "If You're Gonna Play In Texas", "Mountain Music", en "Dixieland Delight".
Het bijzondere aan hun liederen is dat ze fantastische songs konden en kunnen schrijven waarbij liefde nu eens niet de hoofdrol speelt; een unieke gewaarwording in de door liefdesliedjes gedomineerde pop en country van vandaag. Hun beste liederen zijn inmiddels samengebracht op een verzamel-cd, "For The Record", die eigenlijk in de collectie van elke liefhebber thuishoort.
Tegenwoordig zijn er twee soorten country die allebei grote populariteit bezitten: de moderne vorm, weer met kenmerken van popmuziek maar dan op een manier die wel hits oplevert, en de traditionele soort. Deze beide stijlen hebben country muziek populairder dan ooit gemaakt: zo'n 40% van de Amerikanen luistert er regelmatig naar, en de verkopen van country cd's zijn sinds 1989 ruim verdubbeld naar 1.789 miljard dollar per jaar.
MODERNE COUNTRY
De voormannen en -vrouwen van de moderne countrymuziek zijn vooral Garth Brooks, Faith Hill, Shania Twain, George Strait en Tim McGraw. Garth Brooks is in Amerika de meeste populaire zanger: hij heeft sinds 1989 ruim 100 miljoen albums verkocht, een absoluut record.
NIEUWE COUNTRY
Tot de nieuwe traditionalisten behoren onder andere Alan Jackson, Brad Paisley en Lee Ann Womack, die allen in de laatste jaren grote hits hebben afgeleverd. Alan Jackson doet al sinds 1990 mee en heeft grote hits gehad met geweldige songs als "Midnight In Montgomery", "Don’t Rock The Jukebox", "Chattahoochee" en "Right On The Money".
Lee Ann Womack's en Brad Paisley's grote hits zijn vooral "A Little Past Little Rock" en "I Hope You Dance", Paisley met "Me Neither".
Er zijn veel Amerikanen die de moderne country maar niets vinden en zich terugtrekken in de oude hits, maar tegelijkertijd is country muziek populairder dan ooit in de VS. Country is mainstream geworden, een normaal onderdeel van het leven van veel Amerikanen.
Zonder country muziek is Amerika niet echt Amerika meer.
Om de moderne country op de voet volgen is deze link naar cmt zeker een aanrader.
GESCHIEDENIS VAN DE COUNTRY MUZIEK
Countrymuziek is de verzamelnaam voor verschillende muziekstijlen van Amerikaanse muziek, die ontstaan is op het platteland in het zuidelijke deel van de Verenigde Staten en zijn wortels in de Amerikaanse volksmuziek heeft. Doorgaans betreft het een zangstem die wordt begeleid door een aantal eenvoudige instrumenten: steel gitaar, viool en akoestische gitaar zijn de traditionele, maar tegenwoordig worden ook elektrische gitaar en drums gebruikt.
De oorsprong ligt in de smeltkroes van alle nationaliteiten, die in de 18e eeuw naar de Nieuwe Wereld trokken om daar een nieuw leven te beginnen. Veel emigranten brachten natuurlijk hun muziekinstrumenten mee en na een week hard werken kwam men op zaterdag bij elkaar om te ontspannen en muziek te maken. Hier ligt de oorsprong van de hedendaagse Country & Western.
Uiteraard waren er musici die probeerden van hun muzikale kunnen te leven. In eerste instantie ging het vooral om dansmuziek. Naast de grote dansorkesten ontstonden er ook kleinere groepen, de zgn. stringbands, in een zeer gevarieerde samenstelling. Er werd vaak wel bij gezongen, maar zelden door solisten. (Over het algemeen wordt Roy Acuff beschouwd als de eerste grote solo-zanger in de countrymuziek).
GRAND OLE OPRY
Veel artiesten kregen meer bekendheid via allerlei radiostations. In Nashville werd een radiostation opgericht door een verzekeringsmaatschappij, de National Life & Accident Insurance Company. De roepletters van het station waren WSM ("We Shield Millions" = "Wij beschermen miljoenen"). De eerste uitzending vond plaats in november 1925. Het was een rechtstreekse uitzending van het optreden (met publiek) van een 80-jarige fiddler, die de reputatie had dat hij meer dan 1000 liedjes kende. De aankondigingen werden gedaan door George D. Hay, die het programma WSM Barn Dance noemde. Dit naar aanleiding van de National Barn Dance, een soortgelijke show, die hij had geproduceerd in Chicago. Het programma werd elke zaterdag uitgezonden vanuit een studio op de vijfde verdieping van het kantoor van de maatschappij. In 1928 kreeg het programma (bij toeval) van Hay de naam die het nu nog heeft, Grand Ole Opry. Het programma werd razend populair en heeft ontzettend veel betekenis gehad in de ontwikkeling van de countrymuziek.
De eerste aanzet tot de hedendaagse countrymuziek wordt toegeschreven aan Jimmie Rodgers, de Father of Country Music. Hij maakte zijn eerste plaatopname voor Victor Records op 1 augustus 1927 in Bristol, Virginia. De plaat van Rodgers bevatte een sentimentele ballade, The Soldier's Sweetheart en een slaapliedje, Sleep, Baby, Sleep. De plaat had onmiddellijk veel succes en dus werden er datzelfde jaar nog meer opnamen gemaakt, waaronder de eerste van (uiteindelijk) een serie van 13 Blue yodels, getiteld T. for Texas. Jimmie Rodgers was ziekelijk en overleed al in 1933 aan tuberculose. Ondanks die korte muzikale carrière bleek hij van grote invloed.
Op dezelfde dag werden er ook zes nummers opgenomen door een groep, de Carter Family. Zij ontwikkelden zich tot een van de meest invloedrijke groepen in die beginjaren. Hun laatste opname in de oorspronkelijke bezetting vond plaats in 1941 en in die veertien jaren hebben ze meer dan 250 nummers op de plaat uitgebracht.
De muziek, die in de jaren '30 werd ontwikkeld, werd enorm populair en ontwikkelde zich natuurlijk in diverse richtingen. Een van die richtingen is de dansmuziek uit Texas en Oklahoma, die de naam Western swing kreeg. Een mengsel van (onder andere) big band, dixieland, en jazz. Bob Wills wordt gezien als de voornaamste artiest van deze stijl met zijn band The Texas Playboys.
In 1938 kwam Roy Acuff bij de Grand Ole Opry en werd al snel een geregelde gast. Hij had een band, de Tennessee Crackerjacks, waarin onder andere de dobro nadrukkelijk aanwezig was. Later veranderde hij de naam van zijn band in de Smokey Mountain Boys. Hij werd al snel een leidende figuur binnen de Grand Ole Opry en bepaalde jarenlang wie en wat er te horen was in de show. Op die manier bepaalde hij ook voor een deel de ontwikkeling van de muziek. Onder zijn leiding werden er regels opgesteld voor deelname aan de show. Onder andere moet elke artiest door een bestaand lid worden voorgedragen en leden hebben de verplichting om minstens 26 zaterdagen aanwezig te zijn.
Door de groeiende populariteit van de show werd de studio al gauw te klein voor de groeiende stroom publiek. Er werd uitgeweken naar een grotere ruimte, het Hillsboro Theatre, maar ook dat hielp niet. De volgende locaties waren het Dixie Tabernacle en het War Memorial Auditorium, die ook al snel te klein werden. Zelfs het invoeren van een toegangsprijs van 25 cent hielp niet. In 1943 werd verhuisd naar het Ryman Auditorium, waar de ruim 3000 bezoekers elke week een zitplaats konden vinden. Dit Ryman Auditorium met zijn perfecte akoestiek is het meest beroemde thuis van de Grand Ole Opry geworden. In 1974 werd verhuisd naar het speciaal voor de Opry gebouwde Grand Ole Opry House met 4400 zitplaatsen. Van daaruit wordt de show nog elke week uitgezonden. Het Ryman Auditorium wordt ook nog steeds regelmatig gebruikt voor bijzondere concerten.
In de jaren '40 werd Roy Acuff zó populair, dat hij in belangrijke populaire 'polls' Frank Sinatra versloeg. Er wordt gezegd dat Japanse troepen bij de aanval op Okinawa als aanvalskreet riepen: To hell with Roosevelt, to hell with Babe Ruth, to hell with Roy Acuff!.
Uiteraard waren er musici die probeerden van hun muzikale kunnen te leven. In eerste instantie ging het vooral om dansmuziek. Naast de grote dansorkesten ontstonden er ook kleinere groepen, de zgn. stringbands, in een zeer gevarieerde samenstelling. Er werd vaak wel bij gezongen, maar zelden door solisten. (Over het algemeen wordt Roy Acuff beschouwd als de eerste grote solo-zanger in de countrymuziek).
GRAND OLE OPRY
Veel artiesten kregen meer bekendheid via allerlei radiostations. In Nashville werd een radiostation opgericht door een verzekeringsmaatschappij, de National Life & Accident Insurance Company. De roepletters van het station waren WSM ("We Shield Millions" = "Wij beschermen miljoenen"). De eerste uitzending vond plaats in november 1925. Het was een rechtstreekse uitzending van het optreden (met publiek) van een 80-jarige fiddler, die de reputatie had dat hij meer dan 1000 liedjes kende. De aankondigingen werden gedaan door George D. Hay, die het programma WSM Barn Dance noemde. Dit naar aanleiding van de National Barn Dance, een soortgelijke show, die hij had geproduceerd in Chicago. Het programma werd elke zaterdag uitgezonden vanuit een studio op de vijfde verdieping van het kantoor van de maatschappij. In 1928 kreeg het programma (bij toeval) van Hay de naam die het nu nog heeft, Grand Ole Opry. Het programma werd razend populair en heeft ontzettend veel betekenis gehad in de ontwikkeling van de countrymuziek.
De eerste aanzet tot de hedendaagse countrymuziek wordt toegeschreven aan Jimmie Rodgers, de Father of Country Music. Hij maakte zijn eerste plaatopname voor Victor Records op 1 augustus 1927 in Bristol, Virginia. De plaat van Rodgers bevatte een sentimentele ballade, The Soldier's Sweetheart en een slaapliedje, Sleep, Baby, Sleep. De plaat had onmiddellijk veel succes en dus werden er datzelfde jaar nog meer opnamen gemaakt, waaronder de eerste van (uiteindelijk) een serie van 13 Blue yodels, getiteld T. for Texas. Jimmie Rodgers was ziekelijk en overleed al in 1933 aan tuberculose. Ondanks die korte muzikale carrière bleek hij van grote invloed.
Op dezelfde dag werden er ook zes nummers opgenomen door een groep, de Carter Family. Zij ontwikkelden zich tot een van de meest invloedrijke groepen in die beginjaren. Hun laatste opname in de oorspronkelijke bezetting vond plaats in 1941 en in die veertien jaren hebben ze meer dan 250 nummers op de plaat uitgebracht.
De muziek, die in de jaren '30 werd ontwikkeld, werd enorm populair en ontwikkelde zich natuurlijk in diverse richtingen. Een van die richtingen is de dansmuziek uit Texas en Oklahoma, die de naam Western swing kreeg. Een mengsel van (onder andere) big band, dixieland, en jazz. Bob Wills wordt gezien als de voornaamste artiest van deze stijl met zijn band The Texas Playboys.
In 1938 kwam Roy Acuff bij de Grand Ole Opry en werd al snel een geregelde gast. Hij had een band, de Tennessee Crackerjacks, waarin onder andere de dobro nadrukkelijk aanwezig was. Later veranderde hij de naam van zijn band in de Smokey Mountain Boys. Hij werd al snel een leidende figuur binnen de Grand Ole Opry en bepaalde jarenlang wie en wat er te horen was in de show. Op die manier bepaalde hij ook voor een deel de ontwikkeling van de muziek. Onder zijn leiding werden er regels opgesteld voor deelname aan de show. Onder andere moet elke artiest door een bestaand lid worden voorgedragen en leden hebben de verplichting om minstens 26 zaterdagen aanwezig te zijn.
Door de groeiende populariteit van de show werd de studio al gauw te klein voor de groeiende stroom publiek. Er werd uitgeweken naar een grotere ruimte, het Hillsboro Theatre, maar ook dat hielp niet. De volgende locaties waren het Dixie Tabernacle en het War Memorial Auditorium, die ook al snel te klein werden. Zelfs het invoeren van een toegangsprijs van 25 cent hielp niet. In 1943 werd verhuisd naar het Ryman Auditorium, waar de ruim 3000 bezoekers elke week een zitplaats konden vinden. Dit Ryman Auditorium met zijn perfecte akoestiek is het meest beroemde thuis van de Grand Ole Opry geworden. In 1974 werd verhuisd naar het speciaal voor de Opry gebouwde Grand Ole Opry House met 4400 zitplaatsen. Van daaruit wordt de show nog elke week uitgezonden. Het Ryman Auditorium wordt ook nog steeds regelmatig gebruikt voor bijzondere concerten.
In de jaren '40 werd Roy Acuff zó populair, dat hij in belangrijke populaire 'polls' Frank Sinatra versloeg. Er wordt gezegd dat Japanse troepen bij de aanval op Okinawa als aanvalskreet riepen: To hell with Roosevelt, to hell with Babe Ruth, to hell with Roy Acuff!.
In 1949 kwam Hank Williams naar de Grand Ole Opry. Hij had als tiener al bekendheid gekregen met zijn groep The Drifting Cowboys en had een paar jaar deel uitgemaakt van de Louisiana Hayride van radiostation KWKH. Nadat zijn Lovesick Blues een hit was geworden, werd hij Opry-lid. Zijn eerste optreden, op 11 juni 1949, werd een gigantisch succes. De show moest worden gestopt, omdat het publiek hem drie keer terughaalde voor Lovesick Blues. Ook voor Hank Williams was slechts een korte carrière weggelegd: hij overleed op Nieuwjaarsdag 1953 op de achterbank van de auto, die hem naar een Nieuwjaarsconcert in Canton, Ohio zou brengen. Maar het was een zeer productieve en indrukwekkende carrière. Als geen ander bleek hij in staat om het moeizame leven van de werkende man in woord en muziek uit te beelden. Er is bijna geen enkele artiest in de countrymuziek, die geen nummer van hem op het repertoire heeft staan.
BOBBEJAAN SCHOEPEN
Country muziek was tot midden in de 20e eeuw vooral een Noord-Amerikaans aangelegenheid. In Europa kreeg de country relatieve bekendheid door de opkomst van de westernfilms (met onder andere Roy Rodgers). Europa is als afzetmarkt echter nog niet aangesproken. De eerste Europese country-producties (sinds 1948) staan op naam van de Vlaamse variété-pionier Bobbejaan Schoepen. Vanaf eind jaren '30 bracht hij de muziekstijl in Vlaamse dorpen. Van 1945 tot 1947 vormde hij met zijn dorpgenoot Kees Brug het duo "Two Boys en Two Guitars". In 1947 kwam Schoepen in contact met Jacques Kluger, een manager met aanzien die op zoek was naar talent van eigen bodem. Die zag in hem een zanger en entertainer met toekomst en vroeg hem de Amerikaanse en Canadese troepen te vermaken die waren ingezet tijdens de Processen van Neurenberg, Frankfurt en Berlijn. Hij werd hiervoor drie maanden geëngageerd, wat de country-zijde in hem verder zou stimuleren.
In 1948 worden de eerste platen uitgebracht in België en Nederland, vanaf 1954 ook in Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk. Bobbejaan Schoepen is vermoedelijk ook de eerste Europeaan (Groot-Brittannië niet meerekend) die optrad in de Grand Ole Opry. In 1953 trad hij er een drietal keer op, onder andere met countryster Roy Acuff (1903-1992). Er kwam ook een optreden met countryzanger Red Foley (1910-1968) in Springfield, Missouri. In 1957 trok hij weer naar New York, waar hij gevraagd werd in de TV-show van de bekende presentator Ed Sullivan. Hij nam platen op met de band van Elvis, waarmee hij de RCA-studio's deelde. De gereputeerde manager Steve Sholes van RCA-records bood hem een contract aan om onder de naam "Bobby John" drie maanden lang alle radiostations in de VS af te reizen.
Maar Schoepen, die reeds tien jaar aanhoudend op tournee was en in Europa contractuele verplichtingen had, zocht stilaan een vaste stek (het latere Bobbejaanland). Hij besloot de succesformule over de oceaan niet verder te zetten. Op de drempel van de jaren zestig stond hij op nummer één in Oostenrijk met de country-parodie "Ich steh an der bar" (A Pub With No Beer van Gordon Parsons). Het nummer stond 30 weken in de Duitse top en werd in Vlaanderen een evergreen. De Amerikaanse country zanger Tex Williams (grondlegger van de swing country) bracht in 1974 in de VS een cover uit van zijn “Fire and Blisters”. Schoepen trad bij gelegenheid ook op in clubs in Los Angeles, samen met Nudie Cohn, Roy Rogers en Tex Williams. De Amerikaanse countryzanger Jimmy Lawton vestigde zich in die periode door Bobbejaan Schoepen definitief in België. Hij was een aantal jaren uitbater van een country hall in Bobbejaanland, maar zou zich vooral toeleggen op country tournees in verschillende Europese landen.
Country muziek was tot midden in de 20e eeuw vooral een Noord-Amerikaans aangelegenheid. In Europa kreeg de country relatieve bekendheid door de opkomst van de westernfilms (met onder andere Roy Rodgers). Europa is als afzetmarkt echter nog niet aangesproken. De eerste Europese country-producties (sinds 1948) staan op naam van de Vlaamse variété-pionier Bobbejaan Schoepen. Vanaf eind jaren '30 bracht hij de muziekstijl in Vlaamse dorpen. Van 1945 tot 1947 vormde hij met zijn dorpgenoot Kees Brug het duo "Two Boys en Two Guitars". In 1947 kwam Schoepen in contact met Jacques Kluger, een manager met aanzien die op zoek was naar talent van eigen bodem. Die zag in hem een zanger en entertainer met toekomst en vroeg hem de Amerikaanse en Canadese troepen te vermaken die waren ingezet tijdens de Processen van Neurenberg, Frankfurt en Berlijn. Hij werd hiervoor drie maanden geëngageerd, wat de country-zijde in hem verder zou stimuleren.
In 1948 worden de eerste platen uitgebracht in België en Nederland, vanaf 1954 ook in Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk. Bobbejaan Schoepen is vermoedelijk ook de eerste Europeaan (Groot-Brittannië niet meerekend) die optrad in de Grand Ole Opry. In 1953 trad hij er een drietal keer op, onder andere met countryster Roy Acuff (1903-1992). Er kwam ook een optreden met countryzanger Red Foley (1910-1968) in Springfield, Missouri. In 1957 trok hij weer naar New York, waar hij gevraagd werd in de TV-show van de bekende presentator Ed Sullivan. Hij nam platen op met de band van Elvis, waarmee hij de RCA-studio's deelde. De gereputeerde manager Steve Sholes van RCA-records bood hem een contract aan om onder de naam "Bobby John" drie maanden lang alle radiostations in de VS af te reizen.
Maar Schoepen, die reeds tien jaar aanhoudend op tournee was en in Europa contractuele verplichtingen had, zocht stilaan een vaste stek (het latere Bobbejaanland). Hij besloot de succesformule over de oceaan niet verder te zetten. Op de drempel van de jaren zestig stond hij op nummer één in Oostenrijk met de country-parodie "Ich steh an der bar" (A Pub With No Beer van Gordon Parsons). Het nummer stond 30 weken in de Duitse top en werd in Vlaanderen een evergreen. De Amerikaanse country zanger Tex Williams (grondlegger van de swing country) bracht in 1974 in de VS een cover uit van zijn “Fire and Blisters”. Schoepen trad bij gelegenheid ook op in clubs in Los Angeles, samen met Nudie Cohn, Roy Rogers en Tex Williams. De Amerikaanse countryzanger Jimmy Lawton vestigde zich in die periode door Bobbejaan Schoepen definitief in België. Hij was een aantal jaren uitbater van een country hall in Bobbejaanland, maar zou zich vooral toeleggen op country tournees in verschillende Europese landen.
AMERICANA
Americana, ook wel 'alternatieve country' genoemd, in de jaren 1960 en 1970 countryrock. Onder invloed van pop/rockbands als The Byrds en artiesten als Gram Parsons en Neil Young lieten andere popartiesten zich steeds meer beïnvloeden door de traditionele countrymuziek. De geïdealiseerde eerlijkheid van het plattelandsleven en het uiten van 'echte' emoties en levenservaringen paste goed bij de tijdgeest van de jaren zestig en zeventig. De vaak conservatieve teksten van de originele country werden vervangen door teksten die beter pasten bij de idealen van de nieuwe generatie singer-songwriters. Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw zijn er veel nieuwe artiesten bijgekomen die (alternatieve) rock combineren met authentieke country elementen: onder andere The Jayhawks, Will Oldham en Lucinda Williams.
Americana, ook wel 'alternatieve country' genoemd, in de jaren 1960 en 1970 countryrock. Onder invloed van pop/rockbands als The Byrds en artiesten als Gram Parsons en Neil Young lieten andere popartiesten zich steeds meer beïnvloeden door de traditionele countrymuziek. De geïdealiseerde eerlijkheid van het plattelandsleven en het uiten van 'echte' emoties en levenservaringen paste goed bij de tijdgeest van de jaren zestig en zeventig. De vaak conservatieve teksten van de originele country werden vervangen door teksten die beter pasten bij de idealen van de nieuwe generatie singer-songwriters. Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw zijn er veel nieuwe artiesten bijgekomen die (alternatieve) rock combineren met authentieke country elementen: onder andere The Jayhawks, Will Oldham en Lucinda Williams.